Wat doet een preventiemedewerker?
De preventiemedewerker heeft een belangrijke rol als het gaat om veiligheid op de werkvloer. Niet voor niets is elk bedrijf tegenwoordig verplicht om ten minste één preventiemedewerker in dienst te hebben; met de aantekening dat bij kleine bedrijven (met minder dan 25 werknemers) de werkgever zelf de rol van preventiemedewerker mag vervullen. Maar wat moet een preventiemedewerker precies kunnen en wat zijn de taken van een preventiemedewerker?
Taken van een preventiemedewerker
De preventiemedewerker houdt zich bezig met de veiligheid en gezondheid op de werkvloer. Zo speelt hij of zij een belangrijke rol bij het opstellen en uitvoeren van de risico-inventarisatie- en evaluatie (RI&E) en bij het aanpakken van de risico’s op de werkvloer. De preventiemedewerker overlegt met de bhv over (rest)risico’s, voor meer veiligheid bij ongevallen, brand of andere incidenten. Ook is de preventiemedewerker vaak een centraal aanspreekpunt voor werknemers, werkgevers en arbodeskundigen over de arbeidsomstandigheden binnen het bedrijf.
Verder heeft de preventiemedewerker een onafhankelijke signaalfunctie voor als zaken op veiligheidsgebied niet goed gaan. En ten slotte geeft hij of zij vaak voorlichting over het onderhoud van apparaten, het werken met gevaarlijke stoffen en het gebruik van persoonlijke beschermingsmiddelen.
Hoewel de wetgeving een kader biedt voor de taken, positie en benodigde deskundigheden van een preventiemedewerker is er veel ruimte voor organisaties om daaraan een eigen invulling te geven. Daardoor is er in Nederlandse organisaties een breed pallet aan varianten waar te nemen, mede op grond van uiteenlopende bedrijfsspecifieke omstandigheden.
Takenpakket preventiemedewerker
Het takenpakket van de preventiemedewerker omvat minimaal de drie wettelijk omschreven taken:
- medewerking verlenen aan de RI&E (de wettelijk voorgeschreven risico-inventarisatie en -evaluatie);
- het adviseren aan en nauw samenwerken met:
- de ondernemingsraad of personeelsvertegenwoordiging;
- de arbodienst of bedrijfsarts;
- het uitvoeren van arbomaatregelen of daaraan meewerken.
Taken en positie in de organisatie
Ook voor de positie van de preventiemedewerker(s) in de organisatie geldt dat de werkgever dit in de RI&E dient vast te leggen. Er zijn hier grofweg twee keuzemogelijkheden:
1. De preventiemedewerker met beleidsmatige taken
Deze preventiemedewerker heeft een staffunctie en is vooral bezig met beleidsmatige taken, zoals: het vervaardigen van nieuwe arboregelingen, opstellen van jaarplannen en -verslagen, contact met de arbodienst en Inspectie SZW, het coördineren van het RI&E-proces, de bhv-organisatie, de ongevalsregistratie en het zorg dragen voor het eventuele arbomanagementsysteem.
Ook de benaming arbocoördinator, QESH-, SHE-, of KAM-manager wordt voor deze functie gebruikt. Vaak is dit een fulltime functie of vergen de werkzaamheden een aanzienlijk deel van de werkweek. In grotere bedrijven met aanzienlijke arborisico’s kunnen meerdere arbodeskundige medewerkers actief zijn die tezamen een stafafdeling vormen.
Een belangrijk aandachtspunt is aan wie deze preventiemedewerker rapporteert. Is dat rechtstreeks aan de directie of aan een hoofd van een andere stafafdeling, zoals hoofd hr of hoofd Facilitair? In het laatste geval heeft de preventiemedewerker minder rechtstreekse invloed op de beleidsmatige keuzes van de directie rond arbeidsomstandigheden.
2. Praktisch uitvoerende preventiemedewerker
Deze preventiemedewerker voert praktische arbotaken uit op een afdeling of locatie. Hij is bijvoorbeeld een vraagbaak voor leidinggevenden en medewerkers, verzorgt delen van de arbovoorlichting, neemt deel aan arbo rondgangen, en ondersteunt de uitvoering van de RI&E en ongevalsonderzoeken in de eigen afdeling of locatie. Zulke decentrale preventiemedewerkers worden ook arbo-ambassadeur, arbocontactpersoon of stertaakhouder arbo genoemd. Ook een ergocoach in de zorg of een veiligheids- en gezondheidsfunctionaris (vg-functionaris) in de bouw zijn als uitvoerende preventiemedewerkers te beschouwen. Doorgaans vormen de preventietaken een beperkt bestanddeel van hun werkweek.
Samenwerking preventiemedewerkers
In grotere organisaties kan een centrale, beleidsmatige preventiemedewerker meerdere lokale preventiemedewerkers aansturen. De centrale preventiemedewerker heeft een belangrijke taak om te zorgen dat deze lokale preventiemedewerkers gemotiveerd blijven voor hun taken. De praktijk leert dat decentrale preventiemedewerkers na verloop vantijd kunnen afhaken als er taakonduidelijkheid is, als de organisatie niet is ingesteld op hun aanwezigheid. Heldere taken, regelmatige bijeenkomsten en opleiding kunnen helpen, net zoals duidelijke afspraken over tijdsbesteding en over hun samenwerking met hun locatiemanager of afdelingshoofd.
In kleinere bedrijven kan één preventiemedewerker zowel de beleidsmatige alspraktisch uitvoerende taken op zich nemen. Hier is het extra van belang om, bijvoorbeeld aan het begin van een jaar, duidelijke prioriteiten vast te stellen zodat het aantal taken en de beschikbare tijd goed op elkaar zijn afgestemd.
Cursus preventiemedewerker
De cursus preventiemedewerker is gericht op de relevante wet- en regelgeving op het gebied van risico-inventarisatie en –evaluatie (RI&E). Het bijbehorende plan van aanpak en de arbotaken van de preventiemedewerker zijn ook onderdeel van de cursus.
In de cursus komen vijf thema’s aan bod:
- preventietaken en de Arbowet;
- de RI&E en het plan van aanpak;
- de invloed van medezeggenschap op preventietaken;
- de plaats en positie van de preventiemedewerker in de organisatie;
- voorbeelden van het uitvoeren van arbomaatregelen.
Competenties preventiemedewerker
Welke deskundigheden een preventiemedewerker nodig heeft, wordt in grote mate bepaald door de arborisico’s in de organisatie. Preventiemedewerkers in een kantoororganisatie zullen inhoudelijk met name deskundig moeten zijn op onderwerpen als werkdruk, ongewenste omgangsvormen en beeldschermwerk, terwijl er in een metaalbedrijf daarnaast ook kennis vereist is op gebieden als machineveiligheid, geluid, fysieke belasting, gevaarlijke stoffen en intern transport. Ook de positie in de organisatie is van invloed op de benodigde deskundigheden en vaardigheden (ofwel competenties); een centrale preventiemedewerker die meer coördinerend is, zal over andere competenties moeten beschikken dan degene die meer uitvoerende taken heeft. Bij grotere organisaties met meerdere preventiemedewerkers is uiteraard ook de onderlinge taakverdeling bepalend.
Als je een NIBHV gecertificeerde cursus volgt, leer je de competenties beheersen die je nodig hebt om de taken van een preventiemedewerker uit te kunnen voeren. Deze competenties zijn gekoppeld aan de onderdelen van de cursus.
Hieronder zijn vijf basiscompetenties weergegeven voor preventiemedewerkers. In grote lijn is de eerste competentie meer van toepassing voor de preventiemedewerker met beleidsmatige taken en kunnen de andere vier voor alle type preventiemedewerkers van belang zijn.
1. Organiseren van preventie binnen de organisatie
De preventiemedewerker
- kan arbobeleid uitwerken, coördineren, evalueren en bijsturen, maar ook de grenzen van de eigen rol bewaken;
- kan systemen en regelingen voor ongevalsregistratie, keuringen, bhv, verstrekking van persoonlijke beschermingsmiddelen, arbovoorlichting en dergelijke opzetten, bijhouden en waar nodig aanpassen;
- heeft een analytisch vermogen, kent de kenmerken van de eigen organisatie, zodat hij de juiste aangrijpingspunten inzake organisatie, techniek en gedrag kan kiezen.
2. Inhoudelijke deskundigheid over arbothema’s die in de organisatie spelen
De preventiemedewerker
- heeft voldoende actuele kennis van arbothema’s in de organisatie en kan daarover vragen beantwoorden en voorlichting geven;
- kan arboknelpunten signaleren, beoordelen en daarover adviseren;
- kan onderzoek bij arborisico’s uit (laten) voeren;
- kan onderzoeksresultaten vertalen naar oplossingen, rekening houdend met
bronaanpak en stand der techniek.
3. Adviseren van en samenwerken met belanghebbenden en betrokkenen
De preventiemedewerker
- kent de rollen en rechten van werkgevers, medezeggenschapsorganen, medewerkers, leidinggevenden, de arbodienstverlener en de preventiemedewerker zelf inzake arbeidsomstandigheden, zodat hij daar juist mee om weet te gaan;
- kan effectief communiceren en samenwerken met partijen betrokken bij arbeidsomstandigheden, hen voorlichten, adviseren en waar nodig aanspreken;
- kan draagvlak creëren voor een goed werkende aanpak van preventie.
4. Meewerken aan de RI&E
De preventiemedewerker
- kent de wettelijke eisen en de plaats van de RI&E als onderdeel van het arbobeleid;
- is in staat in samenspraak met betrokkenen een doordachte opzet voor een RI&E-onderzoek op te stellen;
- kan bij een RI&E in eigen beheer:
- het RI&E-proces op gang brengen en coördineren,
- onderdelen van de RI&E samen met betrokkenen uitvoeren,
- anderen binnen de organisatie adviseren en ondersteunen bij hun uitvoering van onderdelen van de RI&E;
- kan bij uitbesteding van de RI&E deskundigen selecteren en aansturen voor het uitvoeren van de RI&E en het RI&E-rapport beoordelen;
- is in staat om verdiepende RI&E-onderzoeken te laten uitvoeren;
- kan een plan van aanpak (helpen) opstellen en monitoren.
5. Uitvoeren van de maatregelen of daaraan meewerken
De preventiemedewerker
- kan voorlichting, instructie en toezicht organiseren of zelf uitvoeren;
- kan ongevalsonderzoeken, rondgangen en werkplekinspecties uitvoeren of ondersteunen;
- heeft kennis van de arbeidshygiënische strategie en kan deze toepassen;
- kan projectmatig werken aan het verbeteren van arbeidsomstandigheden;
- is in staat om betrokkenen in te schakelen bij het selecteren en implementeren van de juiste maatregelen.
Handreiking arbomaatregelen preventiemedewerker
Om bedrijven te ondersteunen bij het vormgeven van de functie van preventiemedewerker, lieten het Arboplatform van de SER en de Stichting van de Arbeid de Handreiking arbomaatregelen preventiemedewerker ontwikkelen.
De handreiking biedt praktische informatie en adviezen voor werkgevers, werknemers én voor preventiemedewerkers zelf, zodat zij hun belangrijke rol bij het gezonder en veiliger maken van de werkplekken in Nederland nog krachtiger kunnen oppakken.
Een cursus preventiemedewerker bij een gecertificeerde opleider
Wil je zeker zijn van een goede cursus voor de preventiemedewerkers van jouw organisatie? Het is dan belangrijk dat de cursus een onafhankelijke certificering heeft: de kwaliteit van de cursus die de opleider geeft wordt dan door externe beoordelaars van NIBHV geborgd.
NIBHV biedt daarmee – als hét kennisinstituut voor bedrijfshulpverlening – een standaard aan in kwaliteit voor veiligheidscursussen. Naast de wettelijke kaders heeft NIBHV een norm opgesteld om de kwaliteit van bhv-cursussen te garanderen. Dit wordt gedaan via het NIBHV Keurmerk.
Een selecte groep opleiders krijgt van ons het NIBHV Keurmerk. Daarmee bieden wij werkgevers en cursisten de garantie dat de opleider die je kiest voor veiligheidscursussen in jouw organisatie, voldoet aan de door NIBHV gestelde eisen en voldoet aan de bestaande wet- en regelgeving. Wil je weten wie dit zijn? Zoek dan in ons opleiders keurmerkregister.
Andere cursussen voor bhv’ers
Het is mogelijk dat jouw organisatie aanvullende eisen stelt aan de bhv’ers, omdat er specifieke risico’s zijn. Denk daarbij aan werken met kinderen of leidinggeven aan een groep bhv’ers. Je kan dan een aanvullende cursus volgen: