
Hoe waarborg je de veiligheid in een kinderopvang? Je leest het hier.
Het meest kostbare bezit van een ouder? Hun eigen kind. En dat kind laten ze vol vertrouwen achter bij jou en jouw collega’s van de kinderopvang, crèche of school. Kortom, een grote verantwoordelijkheid. Maar hoe zorg je ervoor dat het vertrouwen gegrond is? Dat de kinderen ook echt veilig zijn bij een incident. Welke wetten, regels en richtlijnen veiligheid zijn er voor de kinderopvang, crèche of school. In dit artikel duiken we in de wereld van het veiligheidsbeleid, de cruciale rol van bedrijfshulpverlening (bhv) en waarom veiligheid in de kinderopvang zo belangrijk is.
Het belang van een veilige kinderopvang
Bij het lezen van deze kop zal je al wel denken: “Dit behoeft toch eigenlijk geen uitleg?!” Het belang van een veilige kinderopvang, crèche of school is enorm! Dat is waarschijnlijk ook waarom jij je ziel en zaligheid legt in het werken met deze toch nog kwetsbare doelgroep: (kleine) kinderen.
Kinderen zijn van nature nieuwsgierig en hebben dus ook nog niet het vermogen om gevaren goed in te schatten. Gevaren die voor ons als vanzelfsprekend worden ervaren. Denk aan:
– Gevaar op stikken
– Val-of stoot gevaar met wonden of breuken tot gevolg
– Gevaar voor verbranding van zon, hete dranken of brand
– Gevaar op vergiftiging door schoonmaakmiddelen of medicatie bijvoorbeeld
Kortom, een goed veiligheidsbeleid en de aanwezigheid van getrainde bhv’ers zorgen ervoor dat risico’s tot een minimum worden beperkt en dat er snel en adequaat gehandeld kan worden in geval van een incident.
Daarnaast draagt een veilige omgeving bij aan het welzijn en de ontwikkeling van kinderen. Wanneer zij zich veilig voelen, zijn ze zelfverzekerder en meer geneigd om te verkennen en te leren. Dit legt een goede basis voor de verdere ontwikkeling van het kind.
De ruggengraat van een veilige kinderopvang: het veiligheidsbeleid
Elk kindcentrum is wettelijk verplicht een actueel veiligheids-en gezondheidsbeleid te hebben. Dit beleid heeft als doel kinderen te beschermen tegen grote risico’s en hen te leren omgaan met kleine risico’s. Kortom: de veiligheid van de kinderen valt of staat met het op orde hebben én navolgen van het veiligheidsbeleid.
Wat staat er onder andere in het veiligheidsbeleid:
– Maatregelen die voorkomen dat vingers tussen de deuren komen;
– Maatregelen die voorkomen dat kinderen in aanraking komen met elektriciteit;
– Hoe ervoor te zorgen dat de binnen-en buitenruimtes, evenals speelmaterialen, veilig en schoon zijn;
– Hoe aandacht besteed wordt aan gezonde voeding en beweging.
Een belangrijk onderdeel van het veiligheidsbeleid kinderopvang is de risico-inventarisatie en -evaluatie (RI&E). Hierin worden de grootste risico’s voor de veiligheid of gezondheid van kinderen geïdentificeerd en plannen gemaakt om deze risico’s te minimaliseren. Het beleid moet regelmatig worden bijgewerkt, bijvoorbeeld na een verbouwing of wanneer blijkt dat bepaalde maatregelen niet effectief zijn.
Binnen het veiligheid- en gezondheidsbeleid kinderopvang wordt gebruik gemaakt van de risicomonitor. Deze is per 1 januari 2025 veranderd. Zo zijn er namelijk twee aparte tools: VeiligheidNL richt zich met hun vernieuwde Risicomonitor volledig op het V&G-beleid voor kinderen, terwijl FCB via platforms als ‘Kinderopvang werkt!’. een nieuwe RI&E-tool voor het arbobeleid aanbiedt. Alles over de gewijzigde risicomonitor vind je in dit artikel.
Richtlijnen voor veiligheid in de kinderopvang
De Rijksoverheid heeft duidelijke richtlijnen opgesteld om de veiligheid in de kinderopvang te waarborgen. Zo moet er per aanwezig kind minimaal 3,5 m2 binnenspeelruimte zijn, moet er minimaal 1 pedagogisch medewerker aanwezig zijn en in geval van slechts 1 pedagogisch medewerker moet er een achterwachtregeling opgenomen worden in het veiligheidsbeleid. Er moet minimaal 1 volwassene aanwezig zijn met een bhv of eerste hulp diploma. Er moet gelet worden op voldoende gezonde voeding en beweging én binnen-en buitenruimtes dienen veilig en schoon te zijn.
Het is belangrijk dat kindcentra deze richtlijnen niet alleen opstellen, maar ook actief naleven en regelmatig evalueren. De GGD houdt toezicht op de naleving van deze richtlijnen en controleert het veiligheids- en gezondheidsbeleid van kinderopvangorganisaties.
De onmisbare én verplichte rol van bedrijfshulpverlening (bhv) in kindcentra
Natuurlijk weten we dat er alles aan gedaan wordt om een incident te voorkomen. Maar eveneens als in het volwassenleven, en wellicht geldt dit met kinderen nog wel meer, een ongeluk zit in een klein hoekje. Een goed opgeleide bhv’er is dan van onschatbare waarde. Als bhv’er ben je verantwoordelijk voor het verlenen van eerste hulp bij ongevallen, het beperken en bestrijden van branden en het evacueren van kinderen en medewerkers in noodsituaties.
In de kinderopvang, crèche of school, waar de meeste kinderen niet zelfredzaam zijn, is aanwezigheid van bhv’ers cruciaal. Het is, zoals we eerder al aangaven, ook wettelijk verplicht dat er ten alle tijden ten minste één bhv’er of EHBO’er aanwezig is in het kind centrum.
Maar hoe kan één bhv-er het hele pand ontruimen? Hoe handig zou het zijn als alle collega’s weten wat er moet gebeuren en hoe je een ontruiming in goede banen kan leiden? Met onze e-learning Iedereen ontruimer leert juist de niet-bhv’er hoe hij/zij kan bijdragen aan effectieve en veilige ontruiming.
Naast de basis bhv-opleiding is het voor bhv’ers in de kinderopvang, de crèche of op school aan te raden om aanvullende cursussen te doen, zoals een cursus eerste hulp bij werken met kinderen of een e-learning reanimeren en het gebruik van de AED bij baby’s en kinderen.
Kortom, veiligheid in de kinderopvang is een gezamenlijke verantwoordelijkheid die begint bij een goed doordacht veiligheidsbeleid en de inzet van getrainde bhv’ers. Door hier continu aandacht aan te besteden, creëren we gezamenlijk een omgeving waarin kinderen veilig kunnen opgroeien en de wereld om hen heen kunnen ontdekken.